Griekenland roept vaak beelden op van zonovergoten eilanden, witte huisjes aan zee en bruisende badplaatsen. Maar achter die kustlijn strekt zich een wereld uit die zelden wordt bezocht door toeristen: het Griekse binnenland. Hier vind je geen strandstoelen of souvenirwinkels, maar lege bergwegen, dorpen met tien inwoners, geiten op de weg en ruïnes waar de goden nog fluisteren. De perfecte plek dus voor een roadtrip – eentje die je niet alleen fysiek, maar ook mentaal van het gebaande pad haalt.

De charme van verdwalen
Een roadtrip door het binnenland van Griekenland is niet strak gepland. Sterker nog: de mooiste momenten ontstaan juist als je verkeerd rijdt, een zijweg inslaat of stopt bij een plek waar niets op de kaart staat. Een kapelletje met uitzicht. Een man die zijn wijnfles aan je toont in plaats van zijn GPS. Een bergweg die plotseling verandert in grind, maar uitkomt bij een taverne waar de oven nog op hout stookt.
Verdwalen is onderdeel van het avontuur. Het binnenland dwingt je om het tempo te verlagen. Niet omdat je wil, maar omdat het niet anders kan. En dat is precies de kracht ervan.
Startpunten: weg van de snelweg
Griekenland heeft verrassend goede snelwegen, maar zodra je het binnenland in duikt, verdwijnen de rechte lijnen. Een perfecte uitvalsbasis voor een roadtrip is bijvoorbeeld de regio Thessalië, Epirus, of Arcadië op de Peloponnesos. Daar vind je grillige bergen, diepe kloven, dichte bossen en dorpjes met namen die je niet kunt uitspreken – maar waar je wel welkom bent.
Je rijdt er van hooggelegen dorpen als Stemnitsa, waar het ruikt naar dennen en vuurhout, naar valleien vol rivierbeddingen en verlaten bruggen. Of van Zagori, waar natuurstenen boogbruggen eeuwenoude verbindingen vormen tussen gehuchten die nog altijd leven zoals honderd jaar geleden.
Geiten, altijd geiten
Het symbool van het binnenland? De geit. Vrij, eigenwijs, in groepen of alleen, op rotsen of midden op de weg. Tijdens een roadtrip kom je ze overal tegen – letterlijk. Soms blokkeert een kudde je route, en moet je wachten terwijl ze traag voorbijkomen, al mekkeren. Andere keren staren ze je aan vanaf een klif, alsof ze de bewakers van het landschap zijn.
Ze zijn meer dan decoratie. Ze leveren melk, vlees, vacht – en ze horen bij het ritme van het land. Vaak zie je ook herders, met lange stokken en verweerde gezichten, die nog weten hoe je leeft met de natuur in plaats van er tegenin.
Van kloosters tot vergeten tempels
Het binnenland van Griekenland zit vol religieuze sporen. Kloosters op kliffen, kerken in grotten, ruïnes van oude tempels op plekken waar je geen toerist zou verwachten. De heilige berg Athos in Noord-Griekenland is alleen voor mannen toegankelijk, maar elders zijn talloze spirituele plekken die je vrij kunt bezoeken.
Een aanrader is het kleine klooster van Prodromos in de Lousioskloof, dat tegen de rotswand is gebouwd. Of de tempel van Apollo Epicurius bij Bassae, midden in de bergen, waar je alleen via bochtige wegen komt. Deze plekken voelen niet als toeristische stops, maar als ontdekkingen – vooral omdat je ze vaak helemaal voor jezelf hebt.
Dorpen die je niet wil verlaten
Een onverwachte charme van roadtrippen door het binnenland is hoe snel je gehecht raakt aan kleine dorpen waar niets te doen lijkt – behalve leven. Dorpen met stenen huizen, houten balkons, fonteinen met koud bergwater en een dorpsplein waar drie mensen je al begroeten alsof je thuishoort.
In zulke dorpen kun je zomaar blijven hangen. Voor een tweede koffie. Een onverwachte lunch. Een taverne die nog open is “omdat jij er nu toch bent”. Je leert er dat gastvrijheid in Griekenland geen formaliteit is, maar een levenshouding.
Wat je meeneemt (en achterlaat)
Wat je meeneemt van een roadtrip door het binnenland? Stilte, vooral. Een hoofd dat leeg raakt. Een hart dat volloopt. En misschien een potje honing of kruiden uit een achterbak. Maar het mooiste wat je meeneemt is een ervaring die niet gefilterd is – geen ansichtkaart, geen checklist, geen drukte. Alleen jij, de weg, de natuur en een land dat nog leeft zoals het altijd al deed.
Wat je achterlaat? Misschien alleen je haast. En een stukje van je hart.
Praktische tips voor een roadtrip door het binnenland
- Kies voor een huurauto met goede vering, zeker in berggebieden. Een kleine SUV is handig, maar niet noodzakelijk.
- Vertrouw niet alleen op Google Maps – veel wegen zijn onverhard of niet aangegeven. Lokale aanwijzingen zijn vaak betrouwbaarder.
- Tank op tijd: in het binnenland zijn tankstations soms schaars, vooral op zondag.
- Neem contant geld mee – in veel kleine dorpen is geen pinautomaat.
- Reis in het voor- of najaar: de herfst en lente zijn perfect qua temperatuur en natuurschoon.
Conclusie
Een roadtrip door het Griekse binnenland is geen toeristische route, maar een persoonlijke ontdekkingstocht. Je rijdt tussen geiten en goden, over paden van stilte en traditie. Het landschap leidt, jij volgt. En onderweg vind je misschien wel het mooiste stukje Griekenland – precies daar waar niemand kijkt.